Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Toen ging ik op, des nachts, [37]door de [38]beek, en ik [39]brak aan den muur; en ik keerde weder, en kwam in de Dalpoort; alzo keerde ik wederom. 37. Anders, bij. 38. Kidron; zie daarvan 2 Sam.15:23, of Gihon, zo anderen menen. Zie daarvan 2 Kron.32:30, en 2 Kron.33:14. 39. Zie vs.13.